Dit document is nog volop in ontwikkeling. Wil je meedenken? Graag!
Stuur een mailtje naar Michelle van Dijk (lerares Nederlands en Neon-auteur) of Per-Ivar Kloen (leraar biologie en Neon-auteur).
In dit document beschrijven we vier onderdelen:
Goed onderwijs begint bij de leraar. Neon is er dus om leraren te ondersteunen. Dat doen we met effectieve lesmethodes, maar vooral met keuzevrijheid, er zijn verschillende soorten leraren, met verschillende soorten leerlingen. Er is niet één aanpak die voor alle leraren en leerlingen werkt, en daarom geeft Neon leraren verschillende opties waarmee ze het beste uit hun leerlingen kunnen halen:
Standaardmethodes. Neon maakt voor elk vak in primair en voortgezet onderwijs een lesmethode die leraren kunnen gebruiken zoals ze de nu beschikbare methodes gebruiken, waarbij de school ook zelf kan kiezen voor print of digitaal.
Methodes op maat. Hoe goed de standaardmethode ook is, er zullen altijd leraren zijn die goede ideeën hebben waarmee ze het materiaal nog beter kunnen laten aansluiten op de specifieke behoeften van hun leerlingen. Leraren kunnen met de aanpak van Neon heel eenvoudig onderdelen toevoegen, aanpassen of verwijderen, en zo het schoolboek maken dat het meeste haalt uit die leraar en die leerlingen.
Een bibliotheek met goede materialen van collega’s. In de Neon-bibliotheek zie je welke leermiddelen door andere leraren zijn ontwikkeld. Zo kun je een versie van een collega vinden voor nieuwkomers, voor hoogbegaafden, voor Montessori-scholen, enzovoort. Samen kunnen we meer dan alleen. De Neon-methodemakers bekijken nieuwe materialen en controleren of die voldoen aan de kwaliteitseisen, zodat leraren erop kunnen vertrouwen dat alle leermiddelen in de bibliotheek goed zijn.
De regie van de leraar zit niet alleen verwerkt in het Neon-systeem, maar ook in onze organisatie.
De methodes worden gemaakt door leraren die een deel van hun tijd voor Neon werken en het andere deel voor de klas staan.
Elke leraar kan zich aansluiten bij Neon en zo meedenken over wat er nog beter kan.
De methodemakers hebben minstens eens per kwartaal contact met de leraren die het betreffende vak geven en zich bij Neon hebben aangesloten.
Het is voor leraren heel eenvoudig om feedback te geven aan Neon-medewerkers, en die reageren altijd binnen een week.
Leraren vormen de meerderheid van de Neon-directie.
Leraren hebben twee van de vijf stoelen in de Raad van Toezicht.
Zo zorgen we ervoor dat alles wat Neon maakt, aansluit bij wat leraren nodig hebben om goed onderwijs te geven.
Bij Neon maken we met tientallen auteurs de lesmethodes. Die auteurs houden rekening met de volgende uitgangspunten:
In lijn met de nieuwe kerndoelen en eindtermen
De kerndoelen en eindtermen worden geactualiseerd. Wij zorgen uiteraard voor doorlopende leerlijnen van basisschool tot eindexamen die in lijn zijn met het nieuwe curriculum. Daarbij nemen we ook mee dat burgerschap en digitale geletterdheid “vorm, invulling en betekenis krijgen binnen andere leergebieden”, zoals de SLO het omschrijft. Elk onderdeel van de Neon-leermiddelen wordt gekoppeld aan de relevante kern- en leerdoelen, zodat duidelijk is op welke plekken leerlingen aan welke leerdoelen werken.
Duidelijk herkenbare basis met optionele extra’s
Sommige leraren vinden methodes nu te uitgebreid, en zouden graag een slankere methode willen waar precies in staat wat nodig is voor de kerndoelen. Andere leraren vinden het weer prettig dat methodes ook extra’s bieden. Neon combineert die wensen door net zo uitgebreid te zijn als huidige methodes, maar heel duidelijk te maken wat nodig is voor de kerndoelen en wat extra’s zijn. Zo kunnen leraren de extra’s makkelijk overslaan als ze dat willen, of helemaal verwijderen.
Samenhang tussen vakken
De tientallen Neon-auteurs vormen één organisatie, voor zowel primair als voortgezet onderwijs, en kunnen daardoor niet alleen zorgen voor doorlopende leerlijnen per vak, maar ook voor goede samenhang tussen de vakken. Denk aan vakoverstijgende thema’s op hetzelfde moment, waardoor die lessen perfect op elkaar aansluiten, en doorlopende lijnen voor burgerschap en digitale geletterdheid, maar ook aan toegang tot rekenlessen bij economie en aardrijkskunde, of duidelijkheid over wat er wanneer geleerd wordt bij Nederlands of wiskunde, zodat andere vakken daarin kunnen volgen. De methodes zullen altijd los van elkaar te gebruiken zijn, maar op deze manier versterken ze elkaar op scholen die met meerdere Neon-methodes werken.
Een gebruiksvriendelijke handleiding
Neon biedt leraren ondersteuning bij de uitvoering van de lessen, in de vorm van een lessenoverzicht, een handleiding bij de leerlijn en bij de hoofdstukken vakinhoudelijke notities en tips voor werkvormen en lesgeven op maat. Leraren vinden in de handleiding heldere uitleg over waarom iets (beter) werkt met verwijzingen naar relevant onderwijsonderzoek, zodat zij zelf de beste keuzes kunnen maken.
Snel reageren op actualiteit en feedback
Doordat de Neon-auteurs permanent in dienst zijn bij Neon, zijn zij altijd bezig met het verbeteren van de methodes, en niet alleen als er na een paar jaar weer een nieuwe editie moet komen. In tegenstelling tot veel commerciële methodes kunnen wij feedback van leraren - fouten of verbetersuggesties - daardoor snel en doordacht verwerken. (Overigens is het Neon-systeem zo gebouwd dat bekende fouten uit commerciële methodes niet eens mogelijk zijn. De nummering van vragen en de koppeling met het antwoordenboek gaan bijvoorbeeld automatisch.) De Neon-auteurs zullen ook steeds materialen maken die inspelen op de actualiteit, zodat lessen zo relevant mogelijk zijn.
Hoe werkt leren en hoe zorg je ervoor dat leren echt werkt? De leraar maakt de keuzes die nodig zijn in de klas, maar heeft daarvoor leermiddelen nodig die inhoudelijk en didactisch een stevige basis bieden. Neon bouwt aan effectief leren met de onderstaande didactische principes als bouwstenen. Ze zijn gebaseerd op succesvolle onderwijspraktijken en gevalideerd onderzoek en stellen de leraar in staat om het beste uit hun leerlingen te halen.
Lesgeven in context
Om goed les te geven, moet een leraar niet alleen goed lesmateriaal hebben en boven de lesstof staan, maar ook goede keuzes maken in de context: wat heeft deze klas, of deze leerling, op dit moment nodig? We hanteren een stevige didactiek in onze lesmethodes, gebaseerd op gevalideerd onderwijsonderzoek, maar of iets werkt blijft afhankelijk van de context: met uitleg en onderbouwing daarbij kan de leraar beter leren filteren en inzetten wat wel en niet werkt op welk moment.
Wat zie je in het lesmateriaal?
De leraar herkent in de lessen onze didactische technieken, maar heeft voldoende keuzemogelijkheden om te differentiëren in aanpak of taak. Daarbij wordt de leraar ondersteund door een toelichting bij de leerlijn met verwijzingen naar relevant onderwijsonderzoek, zodat die keuzes doordacht gemaakt kunnen worden.
De bouwstenen van directe instructie
De Neon-methodes bieden materialen die leraren kunnen gebruiken voor directe instructie, maar desgewenst ook anders kunnen inzetten. De opbouw van Neon biedt houvast in het overdragen van kennis en vaardigheden, waarbij de leerling geleidelijk aan meer zelf doet.
Wat zie je in het lesmateriaal?
In elke leercyclus is herkenbaar aanwezig:
het benoemen van de leerdoelen en het belang ervan
het activeren, controleren en (regelmatig) herhalen van eerder verworven kennis, vaardigheden en houdingen
het modelleren van het (nieuwe) denkproces in een onderwijsleergesprek
met geleidelijk afnemende ondersteuning opbouwen naar zelfstandig werken
het controleren van de leeropbrengsten met eventuele vervolgoefeningen en reflectie
Taal als basis
Taal is nodig om kennis op te doen en kennisontwikkeling is nodig voor taalvaardigheid. Taal vormt de brug tussen ervaring en abstracte concepten, tussen persoonlijke indrukken en in een samenleving gedeelde kennis. Daarom is aandacht voor taal een leidraad in alle vakken.
Wat zie je in het lesmateriaal?
In alle vakken is passende ruimte voor woordenschat, tekstbegrip en taalproductie. Er zijn rijke teksten en opdrachten die talige interactie stimuleren. Teksten op maat zijn beschikbaar en er is ondersteuning in het uitbreiden van de schooltaal. In de taalvakken wordt geïntegreerd gewerkt, dus leesopdrachten zijn betekenisvol en gaan samen met spreken en schrijven.
Leren in betekenisvolle context
Leerlingen vinken niet alleen leerdoelen af: ze willen begrijpen waarom ze kennis en vaardigheden opdoen. Wat zij leren, is een basis om de wereld in te kunnen gaan (kwalificatie), maar ze leren zichzelf ook te verhouden tot die wereld (persoonsvorming) en tot anderen (socialisatie). Volgens deze brede taak van het onderwijs zijn de leerstof en opdrachten betekenisvol en wordt het belang duidelijk gemaakt.
Wat zie je in het lesmateriaal?
De leerstof en opdrachten zijn betekenisvol: relevant voor de belevingswereld van de leerling, voor de Nederlandse taal, cultuur en samenleving, of in een heldere relatie tot de grotere wereld. Het belang van de leerstof wordt benoemd en de leerling reflecteert op zijn eigen ontwikkeling.
Leerstrategieën die werken
Hoe leert een leerling, wat gebeurt er in het brein? En wat kun je daarmee? Leren is complex en ons kortetermijngeheugen is snel overbelast. We gaan uit van cyclisch leren, zodat de leerling alle benodigde leerstappen doorloopt, en geven daarbij aandacht aan zelfregulatie, metacognitie en motivatie, want een gemotiveerde en zelfbewuste leerling ontwikkelt zich verder, zowel persoonlijk als in het leren.
Wat zie je in het lesmateriaal?
Het lesmateriaal is uitdagend op niveau: er is aansluiting bij het startniveau van de leerlingen, maar leerlingen worden geprikkeld tot verdere ontwikkeling vanuit hoge verwachtingen. De opdrachten stimuleren hogere cognitieve denkprocessen en een actieve verwerking van het geleerde. Met formatief handelen, met reflectie en feedback, wordt het leerproces zichtbaar. Daarbij kan de leerling, begeleid door de leraar, regelmatig zelf keuzes maken.
Samenwerkend leren
Samenwerkend leren (ook wel: coöperatief leren) is - mits goed toegepast - bewezen effectief voor het leerproces en draagt daarnaast bij aan sociaal contact en de motivatie van leerlingen.
Wat zie je in het lesmateriaal?
Er zijn regelmatig opdrachten volgens de principes van succesvol coöperatief leren: gelijkwaardige deelname, individuele aansprakelijkheid, positieve wederzijdse afhankelijkheid en simultane interactie. Het aantal coöperatieve opdrachten zal verschillen per vak, niveau en leeftijd.
Het CLU (Leermiddelen Adviescentrum) helpt de Neon-auteurs tijdens en na het schrijfproces.
Daarnaast heeft Neon voor elk vak een Kwaliteitscommissie, met onderwijsonderzoekers en vakdidactici. Zij helpen de auteurs wanneer die vragen hebben, en controleren de gemaakte inhoud regelmatig.
Zo zorgen we voor een kwalitatieve basis waar elke leraar goed mee kan werken.
Maar het eerste punt in dit document blijft het belangrijkst: de leraar houdt de regie.